'Zonder mij kom je daar echt niet' 'en bovendien, hij is mijn vriend', voegt de man toe. Ja natuurlijk, in dit verlaten gebied in de binnenlanden van Portugal is iedereen een vriend, dat is nogal gemakkelijk. We komen Joseph tegen als wij de kaart van het gebied aan het bestuderen zijn. En het moet gezegd worden, we zouden het inderdaad nooit gevonden hebben, ons overnachtingsadres bij José en Fernanda. Het is een traditionele Casa met 10 kamers, een mooi zwembad aan een authentieke binnenplaats. Rondom kleuren de bergen uitbundig door de gele, paarse en witte bloemen op de berghellingen. Wij noemen het 'Paradijs'. Het is ons rustpunt tijdens onze rondtour door Midden Portugal. Wij zijn de enige gasten en we worden verwelkomd als de verloren gewaande zoon.

Fernanda klimt op stoelen om vanuit hoge kastjes nootjes, hapjes, olijven, worstjes, sausjes te pakken. José  houdt zich bezig met de drank, bier en zelfgemaakt spul dat zo sterk is dat de glazen bijna uit mijn bril springen. Alles wordt letterlijk en figuurlijk uit de kast gehaald voor ons en ook onze gids Joseph is van de partij en drinkt menig biertje mee. Als het nog geen vriend was, dan is hij het nu zeker. Dan begint het ritueel van inchecken en José  kruipt achter de computer om daar voorlopig niet meer achter vandaan te komen. Op het moment dat ik er genoeg van begin te krijgen print José een soort van brief uit voor mij, een brief geschreven in het Portugees en hij heeft dit door de vertaalmachine van Google laten transformeren naar een verhaal met Nederlandse woorden. Hoewel wij er geen touw aan kunnen vastknopen is de essentie ons duidelijk. Hij gaat met ons rijden, hij laat ons de omgeving zien en wel nu op dit moment. Wij zitten al in zijn grote Mercedes als Fernanda nog een hartig woordje met José wisselt.

José brengt ons naar plekken waar we normaal gesproken zelf nooit zouden komen, een schoollokaal met 20 grote weefgetouwen waar vrouwen kleden en dekens aan het weven zijn, een kerkje, verlaten gehuchtjes met bloeiende sinaasappelbomen en helder bronwater. We eindigen boven op een berg, het is adembenemend, niet alleen door het uitzicht maar nog meer door de straffe koude wind.

Dan willen we terug, we zijn moe, we zijn de hele dag onderweg en het 'handen-en-voeten-praten' put ons uit. Servicegericht zoals José is, kiest hij voor de kortste weg, een kronkelend zandpad recht naar beneden de berg af. Het mag nauwelijks een pad heten, een zandspoor met steenslag, met grote en kleine stenen en grote en kleine gaten. Ik zit voorin, ik kan zien wat er gebeurt, F. zit achterin en ziet alleen de diepte van het dal. José  ontwijkt behendig de grote gaten, door de kleinere gaten gaat hij met hoge snelheid overheen. We gaan van links naar rechts en steeds als ik denk dat het misgaat, ontwijkt hij op het laatste moment een grote steen of een diep spoor. Het is nu heel stil op de achterbank en José? Hij geniet met volle teugen, hij is in zijn element in die grote bak van hem, zigzaggend met hoge snelheid de berg af, het is zijn moment van glory met Fernanda veilig in de casa die hem niet terecht kan wijzen.

 

De rest van de tijd zijn José en Fernanda druk met ons, het is hun feestje. Zij sjouwen met hout voor de open haard, want wij hebben het koud bij het eten. Wij kijken met ons vieren naar de verwarmingsketels in het ketelhok, want de kachel in onze kamer vertoont kuren, waar het overdag gewoon koud is, hebben wij 's-nachts 25 graden in onze kamer. Nieuwe ketels, dat wel, maar hoe werken die dingen? Fernanda kookt voor ons, het is veel en de drank is er gratis bij, tijdens het diner en daarna. Van ons geplande rustpunt met dat zwembad komt niets terecht. Als we vertrekken wordt er gekust, gelachen, we pakken elkaar beet, het is een en al hug. En dan gebeurt het. In de achteruitkijkspiegel van onze auto zien we José ons een kushand toewerpen.

Enne..... mis dit ook niet.  http://www.youtube.com/watch?v=2kRGvLimAkA