Sydney

Daar ben ik dan, in Sydney, onderweg naar goede vrienden verderop in Australie.

Het is nog vroeg als ik bij de balie van mijn hotel sta, te vroeg om in te checken. De balieman, een grijsharige heer, keurig in het pak zegt dat hij zijn best gaat doen zodat ik vroeger mijn kamer in kan. Ik weet niet wat hij gaat doen, maar het klinkt in ieder geval vriendelijk. Ik laat mijn koffer achter en ga een cappuccino drinken in het koffietentje naast het hotel. 

De koffieman, een vijftigjarig in zwarte shorts, t-shirt en pet haalt mij binnen als de verloren zoon. ‘Hallo, hoe gaat het, wat wil je, groot, klein, ja hier betalen, nee is goed hoor. Suiker’? De man gaat zover dat hij zelf de suiker in mijn koffie doet. Hier kom ik de komende dagen terug, de koffie was goed hoor, maar ik kom terug voor de man. Dit wil ik elke dag!

Terug in de lobby is het wachten geblazen. Ik vraag na een tijd wanneer hij denkt die kamer schoon te hebben. ‘Ik val in slaap in de lobby als het nog veel langer duurt’ zeg ik de man. Ik heb de hele nacht gevlogen en geen oog dicht gedaan. De tattoo Aussie in de stoel naast mij zet een film aan en slaapt. Hij wordt wakker als we gaan dalen. Ik ben de hele reis klaar wakker.

‘Oh ja hoor hij is schoon’, antwoordt hij. Wie weet hoe lang die kamer al klaar is. Ik had het al gehoord, die Aussies zijn reterelaxed en vriendelijk. 

Dat merkte ik eerder op het vliegveld waar ik een tijd geleden al een taxi had geregeld. De avond ervoor hadden we contact. Ik kom u ophalen hoor morgen, schreef de man. Maar nu dus geen taximan te bekennen. Wat dan volgt is een soort van cv wat ik de man doorgeef. Hoe ik eruit zie, de kleur van mijn koffer, van mijn sjaal, waar ik sta. Een lange man komt op zijn gemak de aankomsthal binnen, zoekend met zijn telefoon in zijn handen. Als hij mij eenmaal heeft gespot, vraag ik waar zijn bord met mijn naam is gebleven. ‘Het gaat toch prima zo via de whatsapp’, zegt hij. Tja dan klets je niet meer.

Darling Harbour, daar moest ik naar toe van de balieman. Voordat ik mijn sleutel kreeg, pakte hij een plattegrond en vertelde mij wat ik vooral moet zien. Hij kruiste het aan. Hier kun je lekker eten, het ov is gemakkelijk hoor, deze tour is gratis, je blijft toch 5 nachten, nou dan kun je dat ook nog doen. Het is alsof ik op een knop heb gedrukt en de man gaat los en dat niet alleen, hij vindt het leuk om te doen, heel erg leuk zelfs. Ik zie het aan zijn houding, zijn enthousiasme, zijn blik in zijn ogen, alsof hij heeft gewacht totdat hij mij de sleutel kon geven en daarna los kon gaan.

Als ik dan eindelijk de lift in stap, komt er achter mij een man met een gloeilamp in zijn handen mijn lift in. Welke verdieping ga je naar toe? 10? ‘Oh ik ook’, jubelt hij, ‘dan gaan we samen’. De man jubelt 10 verdiepingen over de lamp die hij gaat vervangen op mijn verdieping. ‘Welke kamernummer heb je’? ‘Oh jammer ik moet een andere kamer hebben’. Hij wacht tot ik de sleutel heb weten om te draaien in het slot. ‘Gelukt’! jubelt hij verder. 

Ik wil mijn laptop opladen met de wereldstekker die ik heb meegenomen. Ik had al eerder gemerkt dat dat niet vanzelf gaat. De stekker past, ook de stekker van de laptop maar hij laadt niet op. Aangezien mijn eerdere ervaringen met de balieman ga ik naar beneden en vraag hem hoe het is gesteld met zijn technische kennis. Weinig zegt hij, maar wederom druk ik een knop in bij hem, deze keer de ‘vrouw-in-nood’ knop. Wat dan volgt is een film.

Een man op zoek in alle laden, naar heel veel stekkers in vele formaten en kleuren. Alles wordt getest. Hij gaat op zijn knieën op zoek naar lager geleden stopcontacten, voor je weet maar nooit waar dit probleem zich manifesteert. Maar dan als een soort tovenaar komt hij met een stekker die werkt met de verklaring waarom deze stekker wel en mijn stekker niet werkt. Het klinkt allemaal heel logisch. Ik kan de stekker lenen totdat ik zelf een nieuwe stekker heb gekocht.

Ondertussen staat er een man aan de balie die wil inchecken. De balieman zegt dat hij moet wachten, hij is bezig. Voor mij. Ik voel me opgelaten en vertel de incheckman over mijn oplaadprobleem. ‘No Problem’, zegt hij en later als dan eindelijk de goede stekker uit een la komt, stelt de incheckman voor samen met mij een nieuwe stekker te kopen. Dat gaat mij toch echt te ver en ik ga zelf op pad. Het was tenslotte vlakbij. Maar ja, wat is vlakbij als je net een paar uur in Sydney bent en nog niet veel verder bent gekomen dan de leuke koffiemijnheer.

Ik ga op pad met veel aanwijzingen, linksaf, bouwsteegje door, kan best, doet iedereen hier, door een gebouw, rechts, links of andersom, dat weet ik niet meer. Maar niet ver. Ik beland natuurlijk in een heel andere winkel waar men wederom alles op alles zet voor mijn stekker, die ze niet hebben. Als het personeel nog aan het zoeken is, krijg ik een nieuwe aanwijzing. Ik beland uiteindelijk in de goede winkel en kan na afloop de stekker teruggeven aan mijn balieman. Hij is blij.

Vriendin Lidy had het al voorspeld, je weet niet wat je gaat meemaken met die Aussies. Ik heb het al meegemaakt. Binnen één dag.