‘Mevrouw, u wordt teruggebeld’.
‘Wanneer?’
‘Oh dat gaat snel hoor.’
‘Kan ik zelf dat parkeerbedrijf niet bellen? Gaat toch veel sneller?’

Een discussie als ik ten einde raad de gemeente Breda bel. Het Parkeerbedrijf heeft geen telefoonnummer, geen mailadres, helemaal niets. Dan maar de gemeente bellen.

‘Nee wij kunnen ook het parkeerbedrijf niet bellen, ik stuur hun een bericht dat ze u moeten bellen. Weet je wat? Ik zet er urgent bij. Komt helemaal goed.’

Dan ben ik ik nog hoopvol dat mijn probleem snel opgelost wordt.
Ik woon in de binnenstad met een abonnement op de parkeergarage beneden mij. Bij het inrijden vanochtend zegt het scherm dat ik mijn abonnement verlopen is.
Dat is niet het geval, ik betaal per automatische incasso, ver voor de vervaldatum. Dat moet toch snel op te lossen zijn. Ik weet de datum van overschrijving, het nummer van mijn pasje.

Jaren geleden werd ik gedwongen een abonnement te nemen in plaats van de parkeervergunning buiten, die wat mij betreft prima voldeed en ook heel veel goedkoper was.
‘U woont boven een garage dus kunt u niet buiten parkeren’, was de conclusie na een pittig gesprek nadat ik al jarenlang buiten had gestaan. Die discussie heb ik inmiddels verloren.

In die tijd deden we nog wel eens boodschappen met de auto, reden we de garage in, haalden onze boodschappen uit de auto en brachten we ze boven. Dan snel weer naar beneden om de auto buiten te parkeren. Binnen 15 minuten kun je in- en uitrijden. Totdat die keer op een zaterdag wij met de auto weggingen en naar buiten naar de parkeerplaats liepen. Weg auto. Hij stond niet op onze plek, ook niet op een andere plek. Nog een keer zoeken, hoe gaat dat. Je kunt het niet geloven dat zo’n auto zo maar weg is.

We belden onze eetafspraak af en stonden op het punt de politie te bellen. Toen ineens we ons herinnerden dat we boodschappen hadden gedaan een paar dagen ervoor. Zou het kunnen? Ja inderdaad, de auto stond in de garage, we waren vergeten de auto buiten te parkeren. Het kostte een klein godsvermogen aan parkeergeld.

Dit in mijn achterhoofd besluit ik buiten te parkeren, altijd goedkoper dan zo’n garage. Ook al zegt zo’n gemeentemevrouw dat ik hem rustig binnen kan zetten, het komt immer toch goed? Zo veel vertrouwen heb ik niet.

Na een paar uur ga ik toch nog maar een keer bellen.
‘Ik had toch gezegd dat u teruggebeld zou worden?’
‘Ja, dat weet ik wel, maar ik sta ondertussen wel mijn geld te verbrassen bij zo’n meter, terwijl dat helemaal niet nodig is.’
‘U moet echt wachten totdat u wordt teruggebeld.’

Eind van de middag loop ik de garage binnen en druk op de alarmknop, in de hoop iemand van parkeerbedrijf te pakken te krijgen.
Een mevrouw zegt dat ik nu met Den Haag contact heb, een landelijke meldkamer van parkeergarages. Zij kan niet meer doen dan een aantal telefoonnummers geven om te proberen.

Als ik het eerste nummer bel kom ik bij een aardige meneer, hij leeft enorm mee, maar kan helaas niet meer doen dan het nummer van de gemeente Breda geven.

Het tweede nummer dat ik bel kom ik weer bij de gemeente Breda, die inmiddels de gordijnen heeft dichtgedaan, want na vier uur.

Ik zie een 06-nummer om te chatten. Xaviera, ook van de gemeente gaat het voor mij oplossen. Na een half uur niets meer gehoord te hebben, toch nog maar even contact gezocht.
‘Ik heb het doorgegeven aan het parkeerbedrijf dat had ik toch gezegd? U wordt teruggebeld. Nee, helaas, ik weet niet wanneer.’

Kafka in Breda.