Madrid, begin april, de dagen zijn al aangenaam warm en de avonden zwoel. Wij zijn voor een aantal dagen in Madrid. Op het Plaza de Santa Ana staat een groep mensen voor het Teatro Espanol, een heel oud en authentiek theatertje met drie verdiepingen met loges. Ik ken het van de foldertjes die ik her en der heb zien liggen met als titel ‘Follies’, maar omdat het me niet duidelijk was wat voor soort voorstellingen er gegeven werd, had ik er tot nu toe nog niets mee gedaan.  De deuren staan open, het is warm. ‘Oh, een mooie kans om de binnenkant even te bewonderen’, zegt huisgenoot F. en loopt al direct naar binnen. De meute zet zich direct daarna in beweging, achter ons aan het theater in. Het is inderdaad net zo mooi als op de foto’s. Het is heel oud, goed onderhouden, met veel gouden ornamenten en heel veel pluche. Iedereen gaat zitten en blijven die twee stoelen voor ons waar wij staan te kijken vrij? Prima plaatsen zo te zien, niets mis mee toch? We kijken om ons heen, de meeste mensen zitten nu. De buitendeuren worden gesloten, die mogelijkheid wordt ons ontnomen. We kijken elkaar aan en denken hetzelfde: dit is overmacht. We gaan zitten, we voelen ons niet erg gerust. ‘Als die verrekte lichten nou maar eens uitgaan’, zegt huisgenoot F. De zaaldeuren gaan nu ook dicht en de lichten gaan godzijdank nu ook eindelijk uit. Dan begint het. Het is toneel, het is Spaans en voor ons volkomen onverstaanbaar. Oh jee, als dat maar geen uren gaat duren. Maar dan ineens springt er een kerel het toneel op en heft een hartstochtelijk lied aan. Oh, een soort van musical dus. Het is grappig, de zaal lacht, wij lachen mee omdat we niet weten waarom we lachen. Dan komen de danseressen die zingen, de zangeressen die dansen en de acteurs die alles doen, het gaat alle kanten op. We snappen niet waar we naar kijken, maar het is leuk, heel erg leuk zelfs, zeker omdat helemaal niemand die twee plaatsen komt opeisen. Dan gaat het los, alles wordt uit de kast gehaald, de hoge hoeden, de glitterpakken, de blote outfits van de danseressen met veren all over the place. Het is een groot spektakel en wij zitten er midden in, totdat het twee uur later echt afgelopen is en wij weer buiten staan in de zwoele warme avond.

De onnozelen hebben toch maar de halve wereld.