‘Schat, zou je misschien 1x niet willen douchen?’, het is zondagochtend en in mijn badkamer ligt een soort van doodskist op een bok. Het is een sokkel van hout, zwart geschilderd en nog nat van de verf. ‘Er kunnen spetters water op komen en dan moet ik opnieuw gaan schilderen’. Huisgenoot F. Heeft de avond ervoor nog snel even deze sokkel geverfd. Begin februari gaan we exposeren en F. heeft een tekort aan sokkels voor al zijn zware stenen beelden en is de afgelopen dagen niet meer aanspreekbaar, er moeten sokkels gemaakt worden. De tafel van buiten wordt in de huiskamer gezet, daarmee is de kamer tjokvol en vanaf nu kunnen we slechts zijdelings de kamer verlaten. F. staat boven op de tafel zijn sokkels in elkaar te lijmen, de enige plek in huis waar dat mogelijk is. We wonen niet groot, groot genoeg om te kunnen eten, slapen en een mens te zijn zonder exceptionele zaken. Maar zoals gezegd, niet groot genoeg om bijzondere dingen te doen zoals het maken en schilderen van veel sokkels. F. Haalt dan ook de meest wonderlijke capriolen uit voor het maken van deze houten onderstellen.

Als ik vervolgens in de huiskamer kom liggen er nog zes van zulke doodskisten op de tafel te drogen (we hebben een grote tafel),. Ik heb een schrale troost, de sokkels zullen drogen en vervolgens buiten neergezet worden, alleen, dan moeten de beelden opgeknapt worden, dat wordt schuren, polijsten en in de was zetten, 15 beelden in totaal……………. allemaal in de huiskamer. Misschien toch groter gaan wonen?? Wordt vervolgd.